U kunt hier makkelijk het voor u geschikte product vinden.
Montage & Gebruiksvoorschriften
- Manometers en vacuümmeters zijn meestal voorzien van een aansluitnippel met vier- of zeskant en dienen met een passende sleutel gemonteerd worden.
- Voor een duidelijke en correcte aflezing dienen onze manometers etc. trillingvrij, zonodig met vloeistof gevuld, te worden opgesteld.
- Manometers etc. dienen verticaal gemonteerd te worden. Andere opstellingen (voorover, achterover, liggend, zijdelings, enz.) zijn alleen mogelijk wanneer hier met het ijken rekening is gehouden.
- De toelaatbare druk bij een constante belasting is 3/4 van de schaalwaarde en bij wisselende belasting maximaal 2/3 van de schaalwaarde.
- Bij het meten van media met hoge temperaturen, zoals b.v. stoom, is het gebruik van een syphonpijp gevuld met water noodzakelijk. Is een syphonpijp voor het verlagen van de temperatuur handwarm (zie DIN 16255) niet toereikend, dan dient een afstandsleiding van voldoende lengte voor de koeling van het medium aangebracht te worden.
- Drukschommelingen of drukstoten met behulp van een schokbrekerschroefje tot een minimum reduceren.
- Manometers etc. moeten i.v.m. de nauwkeurigheid van stralingswarmte gevrijwaard worden. Hogere temperaturen dan 80°C zijn voor het meetelement in principe niet toelaatbaar.
- Manometers met aansluitnippels voorzien van 1/4″ of 1/2″ BSP-buitendraad zijn aan de onderzijde vlak en geschikt voor bodemafdichting. Als afdichting kan men vlakke of geprofileerde ringen gebruiken. Bij kunststof beklede onderstukken met gasdraadaansluiting een wartelmoer of een spansok als aansluiting met zachte dichtingsring gebruiken om beschadiging te voorkomen.
- Een zorgvuldige montage, vooral bij agressieve of giftige media is van belang.
- Drukmeters voor ZUURSTOF moeten d.m.v. opschriften op de wijzerplaat duidelijk herkenbaar zijn en met lucht worden getest; geldt tevens voor ACETYLEEN. Voorts is het nodig de meetpunten, afsluitorganen en dichtingsringen te controleren op een olie- en vetvrije uitvoering.
- Manometers etc., die tijdelijk worden opgeslagen, behoren tegen vuil en stof beschermd te worden.
- Ze dienen op een droge vorstvrije plaats, minimaal -5°C en maximaal 30°C, te worden bewaard.